Dankwoord pastoor A. Koumanas

Foto Johan Horst

Pastoor Koumans van Ospel: WAT EEN DAG !

 

Op 30 januari jl. – een prachtige zonnige zondag – ging ik naar de kerk voor de hoogmis van 10.00 uur. Een goed bezette kerk, want er waren twee 80-jarigen. De viering was ten einde en ik wenste de 80-jarigen van harte proficiat en allen een fijne en vooral zonnige dag toe.

Na de zegen kwam koster Jo, die zei: “even wachten pastoor”. Ineens zag ik burgemeester Birgit Op de Laak en het college van burgemeester en wethouders rond het altaar verschijnen. Wat was er gaande?

De burgemeester nam het woord en vertelde me dat ze mij de erepenning van de gemeente kwam overhandigen. Zij vertelde met warme en lieve woorden over hetgeen ik betekende voor de parochie en Nederweerter gemeenschap, over mijn werk en mijn nabijheid naar de medemens toe.

Uiteraard probeer je het beste te geven en je talenten ten volle te gebruiken, maar het lukt niet altijd wat je nastreeft. Het is net als, wanneer een vader of moeder het eten klaar maakt, er altijd wel iemand kan zeggen: “dat lust ik niet”.

Beste mensen, ik heb de Koninklijke onderscheiding en de Kolderpin van de gemeente mogen ontvangen en nu de erepenning van de gemeente. Ik ben er heel trots op. Het is zoals men wel eens zegt de kers op de taart.

Aan de burgemeester en het college nogmaals dank: het was een grote verrassing die morgen.

Ook mijn dank voor de vele felicitaties – kaarten, telefoontjes, mailtjes – die ik mocht ontvangen.

Na afloop moest ik even terugdenken aan die zondagmorgen, 30 jaar geleden, na mijn eerste viering te Ospel. Toen vroeg een van de misdienaars me : “pastoor, was u zenuwachtig ?” Ik zei toen nee. “Maar u stond behoorlijk te trillen” antwoordde hij. En gelijk had hij!

 

Terugblik op 30 jaar pastoraat te Ospel.

 

Toen de vicaris-generaal René Maessen me in november 1991 belde voor een gesprek bij het bisdom, antwoorde ik: “ik wil wel een plek onder de lijn Sittard, want ik woonde al 30 jaar in Valkenburg en wilde niet graag alles loslaten, mijn vrienden en relaties en dicht bij mijn familie.

De vicaris begon evenwel over Ospel, dat ik kende omdat ik er als scheidsrechter wel wedstrijden van RKSVO had geleid, dus de plaats was me wel bekend. Aanvankelijk heb ik getwijfeld vanwege mijn onervarenheid in een parochie, hoe ga je daarmee om?

Er volgde een gesprek op de pastorie met het kerkbestuur, dat ontspannen verliep. Na 2 uren reed ik vol gedachten terug naar het klooster Ravenbos in Valkenburg. Bij het tweede gesprek durfde ik uit te spreken, dat ik er wilde zijn voor de parochianen en het wel wilde “proberen maar dan wel van de parochie de nodige hulp nodig had” omdat ik niets wist van de parochie administratie en financiële huishouding”.

Voor het kerkbestuur was die opmerking geen enkel probleem en het hoopte, dat ik voor het mooie Ospel koos. Toen ik na het tweede gesprek naar huis reed, voelde ik me al een beetje thuis in “mijn aanstaande parochie”.

Dat gevoel heb ik na 30 jaren nog steeds en ik voel me al die jaren ontzettend gesteund en gesterkt door het parochiebestuur, de grote inzet van talrijke vrijwilligers met hun eigen vakbekwaamheden en de sympathie en steun van de parochianen gedurende al die jaren. Ik ben daar heel dankbaar voor en hoop in goede gezondheid nog een paar jaar door te mogen gaan.

 

Pastoor A. Koumans.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *