Transformatorhuisje Ospel en het begin van elektriciteit op Ospel.
Hoewel elektriciteit in de 19-de eeuw steeds meer tot ontwikkeling kwam duurde het nog tot 1920 alvorens deze op Ospel toegepast werd.
In 1918 zijn in Nederweert al particulieren die het voordeel van elektriciteit inzien. Zij richten een verzoek aan het gemeentebestuur om elektriciteit aan te mogen leggen. Men vreest dat er in de winter te weinig licht is. Een aantal particulieren uit de Kerkstraat Nederweert gaat nog verder. De heren Geussens, Spierings en Gubbels wekken voor eigen gebruik elektriciteit op met een motor en verzoeken de gemeente om de stroom die ze over hebben te mogen distribueren naar de buren. Ook vragen zij goedkeuring voor een bovengrondse leiding. Deze goedkeuring wordt gegeven.
Dan ziet de overheid een rol voor weg gelegd om beheerder te worden van nutsvoorzieningen en in 1919 geeft de Gemeente opdracht aan Adviesburo Oosterhout te Sittard voor het maken van een plan met begroting voor de elektrificatie van Nederweert en Ospel. Een probleem ( ivm de wereldoorlog) is de beperkte voorraad aan koperdraad in Nederland. In Ospel komt een transformatorhuisje en moet er grond beschikbaar komen van 5,4 bij 5 meter.
In 1920 besluit de gemeenteraad tot de aanleg van een elektriciteitsnet. Dit gaat in eigen beheer en eigen exploitatie. De PLEM, Prov. Limburgse Elektriciteits Maatschappij welke al in 1909 was opgericht, levert alleen de stroom aan de gemeente en de kennis. De, Zij was leverancier van elektriciteit aan zowel gemeenten als aan particulieren. Dus aanvankelijk concurreert deze met de gemeenten. De eerste jaren levert dit voor de gemeente Nederweert een groot financieel tekort op. Groot probleem bij de gemeenteraad is dat de gemeente er veel geld in moest steken en dat een beperkt aantal huizen de mogelijkheid heeft om zich aan te sluiten. Aanvankelijk eist de gemeenteraad dat alle inwoners de mogelijkheid moeten hebben. Dit blijkt financieel niet haalbaar. Later wordt de totale exploitatie overgedragen aan de PLEM.
Het net op Ospel.
Dus in 1920 wordt het elektriciteitsnet uitgerold over de gemeente. Tevens wordt besloten ook een telefoonnetwerk aan te leggen. De elektriciteit komt via een hoogspanningskabel via de Klaarstraat naar Ospel. Daar komt een transformatorhuisje dat de stroom naar 220 volt terugbrengt voor huishoudelijk gebruik en naar 380 volt voor bedrijven (in de volksmond krachtstroom genoemd). Aanvankelijk is dit huisje gepland voor de ingang van de kerk. Uiteindelijk wordt het gebouwd achter de kerk (op de begraafplaats) aan de Waatskamp. Vanaf dit transformatorhuisje wordt een 220 volts net via de bekende palen met 4 draden (dus bovengronds) aangelegd. Dit net loopt op de Waatskamp tot waar nu Kreijel begint. De Lochtstraat krijgt aansluiting tot waar nu de Meijelsedijk begint. Dan wordt de Stad aangesloten en natuurlijk de O.L.Vrouwestraat (toen nog Kerkstraat) en de Klaarstraat. Aangesloten huizen en boerderijen hoeven niet meer met de brandgevaarlijke olielampen te werken terwijl het licht aanzienlijk verbetert. Vrij snel daarna doen hierdoor de elektrische motoren hun intreden hetgeen de economische ontwikkeling ten goede komt en mechanisatie verder op gang kwam. In 1926 zijn er op Ospel 124 lichtgebruikers en 38 krachtverbruikers (tbv electromotoren).
Transformatorhuisje.
De PLEM heeft voor de transformatorhuisjes standaardtekeningen en bestek. Het Ospelse huisje is van het zg B1 type. Omdat deze huisjes vaak in de kernen van dorpen stonden nabij kruispunten zijn de meeste inmiddels verdwenen, mede ook vanwege verbeterde technieken. Het huisje te Ospel is nog een van de weinig overgebleven huisje van dit model in onze regio.
Het huisje is opgetrokken uit rode baksteen en gebakken pannen.
Exemplarisch voor dit type huisjes is zijn metselwerk in kruisverband, zijn rechthoekige ijzeren deur en luiken, groen geverfd, zijn tentdak ( ambachtelijke dakruiter), en de plint met voor een deel verticaal metselwerk. De koepel is een z.g. helmkopel.
Op vrijwel alle huisjes van dit type was een gevelsteen bevestigd met bij-motief. De bij maakt een zoemend geluid en dat deed de transformator in dit huisje ook.
Bij de renovatie van het huisje in 2019 is dit alles weer geheel in oude stijl teruggebracht. Thans wordt het gebruikt als opslagplaats voor gereedschap van de vrijwilligers die het kerkhof onderhouden.